3 oktober 2019 – Column Stefan Kraft van Ermel: ‘De Gouden Eeuw’ voortaan besmet?
Afgelopen maand besloot het Amsterdam Museum om de term ‘Gouden Eeuw’ per direct niet meer te gebruiken om de grote economische bloeiperiode in de vaderlandse geschiedenis tussen grofweg 1600 en 1700 aan te duiden. Voortaan wordt deze periode door het Amsterdam Museum ‘de 17e Eeuw’ genoemd. Het museum herdoopte ook zijn permanente tentoonstelling in de Amsterdam-vleugel van De Hermitage, ‘De Hollanders van de Gouden Eeuw’ al om tot ‘Groepsportretten van de 17e Eeuw’. Dat heeft tot flink wat discussie geleid, met name omdat nu juist 2019 door de NBTC is uitgeroepen tot ‘Jaar van de Gouden Eeuw’! Een aantal steden in Nederland, waaronder Hoorn, Enkhuizen en Medemblik, omarmden de op toerisme gerichte campagne rond dit thema van harte.
De conservator van de 17e eeuw van het Amsterdam Museum is echter van mening dat de term ‘Gouden Eeuw’ in onze geschiedenis te eenzijdig focust op de positieve kanten van die periode. Onze nationale trots zou daardoor vooral verbonden zijn met de grote militaire macht in de overzeese gebieden en de Vereenigde Oostindische Compagnie (VOC). De schaduwzijde, zoals kolonialisme, armoede, ziekte, oorlog, dwangarbeid en slavenhandel worden door het gebruik van het begrip ‘Gouden Eeuw’ eigenlijk genegeerd.
‘Gouden Eeuw’ dekt – hoe toepasselijk – derhalve de lading niet en zou een vrij perspectief op een andere, duistere kant van die periode verhinderen. Volgens het Amsterdam Museum zou het dus wenselijk zijn om de naamgeving ‘Gouden Eeuw’ in de ban te doen en te vervangen door ‘17e eeuw’. Die opinie is zijn goed recht en doet flink wat stof opwaaien.
Moeten we deze ontwikkeling nou zien als een volkomen logisch gevolg van ons moderne 21e eeuwse denken, waarbij we graag (en terecht) opkomen voor de gelijkwaardigheid van alle mensen? Of is het vooral ‘cosmetisch’ en het politiek-correcte antwoord op discriminatie of zelfs uitsluiting van achtergestelden en minderheden en hun authentieke geschiedenis?
Nu ben ik geen historicus en laat ik de duiding, betekenis van de geschiedenis en de impact ervan op de huidige tijd dan ook graag aan deskundigen over, maar ik vraag me wel hardop af of het nodig is om het in de naamgeving ‘Gouden Eeuw’ te zoeken. En ook hoe wij ‘Hollanders’ ons daar vervolgens toe moeten gaan verhouden. Mogen wij die term eigenlijk ook niet meer gebruiken? Verwijst ‘Gouden Eeuw’ dan alleen maar naar succes, rijkdom, welvaart en bloei?
Moeten wij dan massaal de naam ‘Gouden Eeuw’ ook in de ban doen?
Ik denk het niet. De term ‘Gouden Eeuw’ omvat naar mijn mening inmiddels zowel de positieve als negatieve associaties en connotaties. Zo kan ik mij van de geschiedenislessen op school herinneren, dat er echt niet alleen werd verteld over de roemrijke vloot en macht van de VOC en de koloniale overheersing, maar wel degelijk ook over de bedenkelijke handelwijze – to put it mildly – van de machthebbers van destijds. Kolonialisme, het stelselmatig leegroven van de overzeese gebieden en de ongebreidelde mensenhandel kwamen ruim aan bod en werden daarbij als zeer verwerpelijk, mensonterend en ronduit schurkachtig benoemd. En – daarover geen enkele twijfel – dat was het natuurlijk ook, al helemaal in het licht van onze hedendaagse inzichten en maatstaven. En daar handelen we ook, soms wat schoorvoetend, naar. We zien bijvoorbeeld dat het standbeeld in Hoorn van de beroemde (én beruchte!) krijgsheer Jan Pieterszoon Coen inmiddels is voorzien van kritische tekst en uitleg, zodat niet alleen zijn ‘roem’ wordt belicht, maar ook zijn tirannieke instelling en hardvochtige hand in Nederlands-Indië. En natuurlijk kan het allemaal nog beter.
Toch denk ik dat er meer stappen in die richting zijn gezet en dat er tegenwoordig geen enkel zinnig denkend mens is, die kan instemmen met hoe er in de ‘Gouden Eeuw’ werd omgesprongen met mensenrechten en het zelfbeschikkingsrecht van naties, hun soevereiniteit, hun have en goed. Toegegeven, het heeft wel tot diep in de 20e eeuw geduurd voordat Nederland en andere Europese zeevarende landen hun koloniën opgaven en zich meer zijn gaan inzetten voor vrijheid en vrede voor alle volkeren op aarde.
Daarbij is de term ‘Gouden Eeuw’ ook vooral een metafoor en dekt het als containerbegrip zeker niet alles. Het verwijst vooral naar bepaalde florerende aspecten, op het gebied van wetenschap, kunst en handel. Het was in de 17e eeuw inderdaad niet alles goud dat er blonk en daar zijn we ons inmiddels ook terdege van bewust en dragen daar kennis van. Misstanden, armoede onder grote delen van de bevolking en oorlogen zijn niet van ‘goud’ en dat wordt ook niet bedoeld. Zoals een ‘gouden’ wissel in het voetbal of andere sporten ook niet van goud is. Er wordt mee uitgedrukt dat een trainer op enig moment besluit een nieuwe speler in te brengen, die mogelijk het tij kan keren. Als dat dan goed uitpakt, omdat die scoort, of de wedstrijd doet kantelen, had de trainer een ‘gouden hand van wisselen’. Of gewoon mazzel. Het is een kwestie van perceptie.
Ook de wereldwijd bekende term ‘Gouden Eeuw’ is wellicht beperkt, subjectief, aan corrosie onderhevig, maar niet per se immoreel of besmet, maar onderdeel van ons collectief verleden.
We moeten mijns inziens oppassen dat we niet té ‘politiek correct’ worden. En de juiste maat houden. Het zou daarbij goed en wenselijk zijn om luid en duidelijk te spreken en discussiëren over de zeer kwalijke aspecten van het 17e eeuwse Nederland en daar ook verantwoordelijkheid voor nemen. Onderwijs, exposities, boeken, documentaires en films over ‘onze’ Gouden Eeuw, een zowel welvarende als donkere periode in onze geschiedenis, kunnen daar zeer toe bijdragen.
Laten we ook benadrukken wie we waren en wie we nu zijn.
Laten we daarom ‘De Gouden Eeuw’ vooral handhaven en blijven gebruiken. Maar wel met het complete en bijgestelde plaatje, dus met inbegrip van de positieve én negatieve feiten uit onze geschiedenis. Laten we ook benadrukken wie we waren en wie we nu zijn. En voor zover er nog eenzijdig, beperkt (lees: uitsluitend positief) over deze bloeiperiode van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden wordt gedacht of gesproken, afschaffing van de naam ‘Gouden Eeuw’ zal daar niets aan veranderen. Hoe je deze bloeitijd die ons rijkdom en welvaart bracht – voor met name de elite – namelijk ook noemt, het heeft ook bijgedragen aan het Nederland dat we nu kennen. Als een welvarende en succesvolle democratie, waar iedereen in al zijn eigenheid er mag zijn, in vrijheid.
Stefan Kraft Van Ermel