CALLANTSOOG – Jaap van Vuure (44) is eigenaar van dertien supermarkten, verspreid over het noorden van het land, waaronder één in Callantsoog. Daar posteerde hij afgelopen zomer horecaportiers bij de ingang, omdat zijn eigen personeel er niet meer durfde te staan. Dit is zijn verhaal:
“We maken een bizar jaar mee. De lockdown was vlak voor Pasen, elk jaar het moment dat Callantsoog in één keer uit zijn winterslaap komt. Campings, huisjes, alles zit dan volgeboekt. Dat viel door een massale stroom annuleringen in één klap weg. Zakelijk was het rampzalig en de omzet zakte volledig in, maar wat betreft handhaving was het duidelijk. Ik heb dagelijks iemand bij de deur neergezet om de winkelwagens schoon te maken en erop toe te zien dat mensen in hun eentje de winkel ingingen om boodschappen te doen.”
“Die aanpak werkte prima, tot afgelopen zomer de vakantieperiode aanbrak. Toen werd het drukker en drukker in de winkel en verloor mijn eigen personeel – vaak jonge mensen – bij de ingang alle grip op de klanten. Groepen feestvierende jongeren, gezinnen op vakantie: iedereen marcheerde gewoon die winkel in, regels of niet. En als mijn mensen er iets van zeiden, werden ze vaak agressief bejegend. Toen het zover was dat ze niet meer bij de deur durfden te staan, heb ik besloten horecaportiers in te huren.”
“Daarna was de situatie snel onder controle. Streng toezicht en gezag was voldoende. Die portiers zijn jongens met wie je gewoon niet in discussie gaat, hoeveel weerstand er ook tegen de regels mag zijn. Dat heeft uitstekend gewerkt. Zelf was ik in die tijd ook meer in de winkel dan normaal, voornamelijk uit voorzorg. Om er te zijn als er iets misging.”
“Door die extra maatregelen is de zomer al met al goed verlopen, maar ik was blij toen begin vorige maand de vakantieperiode voorbij was. Ik vond het een hele spannende tijd. Mijn grootste angst was dat zich in Callantsoog een kleine corona-uitbraak zou voordoen en dat het dorp ‘op slot’ zou gaan. Wat meespeelde: Callantsoog werd afgelopen zomer bewoond door een ander publiek dan normaal en een ander slag toeristen dan we zijn gewend. Onder hen waren ook Nederlanders die zich hadden verheugd op Spaanse costa’s en Turkse resorts en die hun vakantie nu in eigen land doorbrachten. Een mondig, soms wat lastig handelbaar publiek, dat invloed had op de sfeer in het dorp en ook bij ons in de winkel.”
“Na de vakantieperiode ‘normaliseerde’ alles vrij snel en hebben we met het handhaven van de regels geen problemen meer gehad, ook niet nadat het kabinet begon de touwtjes strakker aan te trekken. Sinds deze week heb ik weer iemand bij de deur staan die de winkelwagens schoonmaakt, erop toeziet dat mensen in hun eentje winkelen en dat iedereen met een kar naar binnen gaat. Er zijn honderddertig karren beschikbaar. Zijn ze op, dan moet je wachten. Maar problemen doen zich niet voor. We hebben weer voornamelijk te maken met inwoners van Callantsoog. Vaste klanten, we kennen elkaar allemaal.”
“Wat betreft de nieuwste maatregelen van deze week kan ik alleen maar zeggen: hoe duidelijker, hoe beter. De vrijblijvendheid zoals we die afgelopen zomer kenden, is niet te handhaven. Dat de discussie over de mondkapjes voorbij is, vind ik ook alleen maar goed. Bij onze supermarkt in Callantsoog geldt sinds afgelopen donderdag voor alle medewerkers landelijk een mondkapjesplicht. Bezoekers kunnen we het formeel nog niet opleggen, maar we zien nu al dat 90 procent van de klanten vrijwillig een mondkapje draagt. Dat we ’s avonds geen alcohol mogen verkopen: ook prima. Ik zorg dat er elke avond een volwassen manager is, dan is er back-up voor het geval toch discussies of problemen ontstaan. Voor de rest schermen we de alcohol fysiek af door rolcontainers voor de rekken te plaatsen en daaromheen een lint te spannen.”
“Dit is een bar en boos jaar. Voor iedereen, van ondernemer tot scholier. We zitten sinds deze week in een tweede lockdown en ik mag hopen dat iedereen nu écht van de ernst van de situatie is doordrongen. Iedereen gaat dit voelen, ook in zijn portemonnee, wat dat aangaat maak ik me écht heel weinig illusies. Het zijn bizarre tijden – en het einde is nog niet in zicht. De grootste klappen komen nog, ben ik bang.”
Bron: Veiligheidsregio NHN