30 april 2019 – Column Stefan Kraft van Ermel: Bloembollenvelden zijn oubollig
Volgens schattingen van het Nederlands Bureau voor Toerisme en Congressen (NBTC) hebben ruim een miljoen toeristen ons land bezocht gedurende het lange paasweekeinde. Dat zijn er 150.000 meer dan vorig jaar. Grofweg 65% van hen komt uit Duitsland en een kwart uit België. Daarnaast brengen 350.000 Nederlanders een korte vakantie door in eigen land. Veel, heel veel buitenlandse gasten komen speciaal naar ons land voor de bloeiende Bollenstreek in Zuid-Holland, maar ook voor de uitgestrekte bloembollenvelden in Westfriesland.
Bloeiende bollenvelden bezoeken is saai en oubollig. Voor oude mensen. Althans, zo dacht ik er als kind ongeveer over. Wel mooi hoor, die bloemetjes, maar wel met een erg hoog molentjes-, kaas- en klompjesgehalte. Typisch Hollands. Kneuterig, ouderwets. Ik was toen, als zovele jongeren, meer van de pretparken, de Python, sporten en uitgaan. Dat werk. Maar zijn bloeiende bollenvelden eigenlijk wel zo oubollig of saai? Het is prachtig weer, ik wil naar buiten, stippel een mooie Westfriese route uit, spring op mijn racefiets en waag het er op.
Bloemenpracht of beach paviljoen? Beide!
Een paars, wit, geel, rood, lila en oranje gekleurd geurtapijt strekt zich onderweg voor mij uit, op mijn rondje Hoorn, Berkhout, Midwoud, Opperdoes, Medemblik, Wervershoof, Nibbixwoud, Zwaag, Oosterblokker en weer terug naar Hoorn, via Schellinkhout. In de buurt strijk ik neer op een wat meer afgelegen hippe, eigentijdse strandtent aan het Markermeer. Even uitblazen. Er heerst een ongedwongen, relaxte sfeer onder de bezoekers. Iedereen zit lekker voor zich uit te staren over het rustig kabbelende water, oeverloos weg te dromen of wat te kletsen. Maar vooral te genieten van het moment. Ik voel me er direct thuis en bestel een koele witte wijn. Lekker onderuit gezakt en met een voldaan gevoel, geef ik me over aan wat mijmeren over toerisme als fenomeen.
Vliegtuigen brengen ons tegenwoordig binnen 24 uur naar zo ongeveer elke gewenste plek op deze planeet. De wereld ligt onder handbereik, fysiek of op internet surfend vanuit onze huiskamer. Mobiliteit en massatoerisme zijn volledig ingeburgerd, 24/7 beschikbaar, voor vrijwel elke portemonnee. Voor elk wat wils dus. En dat geldt ook voor de toerist die graag naar ons toe komt. Die kijkt vanuit zijn eigen blik, zijn eigen optiek en perspectief naar ons land, onze regio.
Paastoeristen in groten getale welkom in West-Friesland
Laten we daarom met elkaar de ‘hot-spot’ West-Friesland verder optimaliseren, voortbouwend op de geestdrift, de koopmansgeest en de voortvarendheid van de ‘Gouden Eeuwer’. Want het is volkomen logisch dat toeristen graag naar onze contreien komen. En dat laten de cijfers en feiten in dit paasweekeinde ook zien! Toeristen komen niet alleen met het vliegtuig, de trein of eigen auto. De zeilschepen en motorbootjes zijn duidelijk ook in trek. Al snel lagen de schepen in de havens van Hoorn, Enkhuizen en Medemblik dek-aan-dek, heb ik met genoegen mogen vaststellen. En allemaal vieren ze Pasen bij ons, ieder op zijn eigen manier. Dat is mooi en past ook bij onze pluriforme samenleving. Sommigen leggen zich in volle ernst toe op het verstoppen van gekleurde paaseitjes die voor kindjes die braaf zijn geweest door de paashaas zouden zijn gebracht, anderen vieren vooral dat Jezus is opgestaan uit de dood, terwijl voor weer anderen de lente, de terugkeer van het licht centraal staan. Ook zijn er velen die graag wat cultuur opsnuiven in een van de vele musea die ons land rijk is of geniet nog wat neuriënd na van de traditionele ‘Matthäus-Passion’.
Hoe het ook zij, al met al zijn er 1,4 miljoen toeristen en dagjesmensen op de been geweest om op persoonlijke wijze ‘qualitytime’ in ons land, in West-Friesland door te brengen. En of dat nou komt door de grote aandacht die is besteed aan het jaar van Rembrandt en De Gouden Eeuw, de gastvrije inspanningen van velen uit ons bedrijfsleven, de horeca en de maatschappelijke partners of het prachtige weer, doet er eigenlijk niet zo heel veel toe. Nou ja vooruit, toegegeven, de bloeiende bloemenzee is in mijn ogen niet langer oubollig en in dit seizoen misschien zelfs heel eventjes populairder dan Rembrandt en de Gouden Eeuw.
Stefan Kraft Van Ermel
Citymarketeer